De kracht van de gele handschoen

John van den Dorpwalraven, schoonmaker van treinen in Groningen, schreef deze hartverwarmende woorden over hoe de staking van 16 weken hem heeft veranderd. Met grote bewondering voor John en al zijn medestakers publiceren we zijn verhaal ook graag hier op socialisme.nu.
19 april 2012
Treinschoonmaker John van den Dorpwalraven tijdens de grote slotmanifestatie van de schoonmakersstaking op 17 april in Amsterdam (foto door Matthijs de Bruijne)

Er was eens een jongetje van een jaar of twaalf, en dat jongetje had een droom. Ooit zou hij zo belangrijk zijn dat iedereen hem zou herkennen. De jaren verstreken en eigenlijk was hij zijn droom al bijna vergeten. Het was hem nooit gelukt om een baan te vinden waarin hij zo belangrijk was dat iedereen tegen hem op keek.

Hij keek vaak naar zijn helden op tv, mensen die het verschil maakten voor andere mensen. En bewonderde hun vastberadenheid. Ja, hijzelf had ook altijd zijn woordje klaar en liet zich niet de kaas van het brood af eten, maar werkelijk het verschil maken? Nee, dat was hem nog nooit gelukt.

In zijn leven had hijzelf nooit echt het gevoel gehad dat hij op zijn plek was, hij was meer het type van 12 ambachten 13 ongelukken. Uiteindelijk nam hij maar een baantje aan bij een schoonmaakbedrijf, het was nu te laat voor hem om zijn dromen waar te maken. Tegen zijn omgeving zei hij niet dat hij treinreiniger was, maar dat hij een baan had bij NedTrain. Uiteraard was dit maar een halve waarheid, maar daar kon hij prima mee leven.

Toen het jongetje inmiddels geen jongetje meer was, en al 45 jaar oud, gebeurde er iets wondelijks in zijn leven. De werkvloer werd ingeruild voor de straten van heel Nederland, en de staking was een feit. De schoonmakers pikten het niet langer, ze eisten hun respect op en wilden een redelijke loonsverhoging.

Het jongetje van vroeger ontwaakte weer, hij zag hoe mensen die normaal onzichtbaar zijn, hun stem lieten horen en heel Nederland aan hun voeten kregen. Ja, er werd met respect gesproken over die stoere, dappere schoonmakers, die door weer en wind hun eisen kracht bij bleven zetten. Het jongetje leerde dat het verschil maken niet zat in het feit dat iedereen je herkent, maar dat jij de mensen herkent die er toe doen.

Uiteraard heeft het jongetje zijn kansen gegrepen en heeft regelmatig de pers te woord gestaan. Ja, hij kwam zelfs op tv, maar de reacties die hij daar op kreeg gingen niet over hoe goed ze hem vonden, maar over de groep waar hij eindelijk zijn plek had gevonden, de stoerste werknemers van Nederland: DE SCHOONMAKERS.

Als je nu het jongetje van 45 jaar oud vraagt ‘Wat doe jij voor werk?’ dan zal hij zeggen: IK BEN EEN TROTSE SCHOONMAKER. De moraal van dit verhaal: durf te blijven dromen, sta sterk om voor je recht op te komen.