CDA gebruikt migranten als bliksemafleider voor crisis

Ver voorbij de deadline van maart dit jaar verscheen onlangs de integratienota van minister Donner van Binnenlandse Zaken. Een eerdere versie stuitte eind mei op felle kritiek van VVD-ministers Kamp (Sociale Zaken) en Opstelten (Veiligheid), die het stuk afdeden als ‘te links’. Over de uiteindelijke versie twitterde Wilders opgetogen: ‘Integratienota Donner was er zonder PVV nooit gekomen. Erkenning mislukken multiculti- samenleving. Burkaverbod. Zelf betalen inburgeren etc.’
1 juli 2011

Foto: Stan Bouman

Door Angela Ettema

In dezelfde week hield Maxime Verhagen een toespraak waarin hij zijn begrip uitsprak voor de meest absurde onderbuikgevoelens onder het electoraat. Verhagen suggereert in de rede dat migranten verantwoordelijk zijn voor de meest uiteenlopende problemen, van het korten van de pensioenen (je moet maar durven) tot de verspreiding van de EHEC-bacterie (‘zit die buitenlandse ziekte nu ook in onze groente?’). Vervolgens levert Verhagen zogenaamd kritiek op Wilders, maar de conclusie is duidelijk: nu paranoïde racistische angstzaaierij dankzij de PVV populair is, gaat het CDA daar moeiteloos in mee. ‘Terechte zorgen’ zijn volgens Verhagen zorgen over ‘de buitenlanders’. Mensen die zorgen hebben over het bezuinigingsbeleid kunnen daarentegen op geen enkel begrip rekenen, maar worden door dit kabinet weggezet als een stelletje jengelende kleuters.

Hollandse waarden?

Dezelfde concessies aan Wilders’ waanzin zien we ook in de integratienota van Donner. Die begint in navolging van de Britse premier David Cameron en de Duitse bondskanselier Angela Merkel met een sneer naar de multiculturele samenleving. De Nederlandse maatschappij heeft volgens Donner ‘een leidende cultuur’ die wordt gevormd door kernwaarden als ‘vrijheid, verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid, tolerantie en solidariteit’. Alsof alle andere landen zich beroepen op waarden als onderdrukking, laksheid en onverdraagzaamheid.

Verderop in het document lijkt Donner enigszins gas terug te nemen: integratie hoeft niet te leiden tot ‘assimilatie’ en migranten hoeven niet ‘hun identiteit of geloof op te geven’. In Nederland is namelijk ‘ruimte voor diversiteit en pluriformiteit’. Maar de verplichte test voor het Nederlanderschap, het inburgeringsexamen, erkent slechts precies die monoculturele eenvormigheid die Donner zegt af te wijzen. De multiple-choicevragen over de Nederlandse maatschappij erkennen slechts één mogelijke handeling als de juiste, Nederlandse, norm.

Donner houdt een typisch CDA-verhaal, waarin afwisselend naar links en naar rechts wordt gedraaid. Zo hoopt hij zowel Wilders als de pseudo-dissidenten van CDA-huize achter zijn beleid te krijgen. De concrete maatregelen die hij voorstelt, zoals de boerka verbieden en migranten laten betalen voor hun inburgeringscursus, passen echter naadloos in de rechtse lijn van de afgelopen jaren, waarop Fortuyn, Verdonk en Wilders stevig hun stempel gedrukt hebben.

Neoliberale kilte

De uitwerking van het integratiebeleid is ingebed in een visie op ‘burgerschap’ die we al kennen van de kabinetten-Balkenende: een neoliberale ideologie waarin de verzorgingsstaat is afgeschaft en mensen hun eigen problemen maar moeten oplossen.

De moedige migrant die besluit in Nederland een bestaan op te bouwen, ondanks Wilders, strikte inburgeringseisen en torenhoge leges voor verblijfsvergunningen, die migrant krijgt te horen dat inburgeren haar ‘eigen verantwoordelijkheid’ is. Dit betekent vooral dat taal- en inburgeringscursussen, waarmee duizenden euro’s gemoeid zijn, voortaan zelf betaald moeten worden, eventueel door middel van een ‘sociaal leenstelsel’. Een groot aantal migrantenhuishoudens leeft op of zelfs onder het minimum. De staat dwingt hen hoge schulden aan te gaan om te voldoen aan de door diezelfde staat opgelegde inburgeringseisen. Zo schuift de regering de kosten van haar eigen beleid af op migranten. Minister Leers van Immigratie wil zelfs illegalen laten betalen voor hun eigen uitzetting.

Onder het motto ‘niet afkomst, maar toekomst telt’ wordt elke vorm van op specifieke groepen gericht beleid afgeschaft. Dit betekent het welkome einde van projecten om Marokkaanse of Antilliaanse probleemjongeren apart aan te pakken, maar vooral ook het stopzetten van subsidies aan instanties die zich richten op specifieke doelgroepen. Integratiebeleid wordt voortaan uitgevoerd door algemene instellingen. Specialistische kennis van bijvoorbeeld zelforganisaties moet volgens het kabinet worden overgedragen aan algemene instanties, of zelfs ingekocht door ‘marktpartijen’. Dit is het recept voor een herhaling van de wildgroei aan beunhazenbureautjes die we kennen van de re-integratie van werklozen.

Achter Donners gepreek over vrijheid en solidariteit gaat een neoliberale visie schuil waarin de verzorgingsstaat definitief tot het verleden behoort en mensen zichzelf maar moeten zien te redden. Het kabinet-Rutte wil gewone mensen laten opdraaien voor de financiële crisis en laat de steun aan het bedrijfsleven en de villasubsidie voor de rijken ongemoeid. Migranten worden niet alleen getroffen door het totale bezuinigingspakket, maar moeten om überhaupt in Nederland te mogen wonen een traject afleggen dat onderhand veel wegheeft van een hindernisbaan. En als klap op de vuurpijl gebruiken rechtse politici als Wilders en Verhagen hen gewetenloos als bliksemafleider om het ‘onbehagen’ over hun bezuinigingsbeleid in racistische richting te kanaliseren.