Kabinetsplannen met persoonsgebonden budget ziekmakend

PVV-Kamerlid Fleur Agema noemde het ‘zuur maar noodzakelijk’. Volgens Premier Rutte is het een ‘kwaliteitsslag’ en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) Veldhuizen van Zanten-Hyllner zegt dat de hervormingen ‘noodzakelijk zijn om de zorg financieel toekomstbestendig te maken’. Maar het kabinet zet de bijl in het persoongebonden budget (pgb), zodat van de meesten van de ruim honderdduizend pgb-cliënten de laatste restjes zelfstandigheid en menswaardigheid worden geamputeerd – terwijl het anders kan.
10 juni 2011

Foto: de bezuinigingen op het PGB treft gewone mensen, jong en oud.

Door John van Mullem

Het plan om 90 procent van de pgb-houders hun pgb af te nemen, kwam als donderslag bij heldere hemel. De komende twee jaar kunnen ze hun zorgbudget nog gebruiken om zelf zorg in te kopen en daarmee regie te voeren over de invulling van hun zorg. Maar vanaf 1 januari 2014 zijn ze weer aangewezen op de financiering van zorg conform de Zorg In Natura-constructie (ZIN) waarbij zorginstellingen direct door de staat of de zorgverzekeraars worden betaald.

Volgens het kabinet gaat het pgb ten onder aan zijn eigen succes. Volgens de minister van VWS zijn sinds 2003 de kosten jaarlijks met 23 procent gestegen, van 440 miljoen euro per jaar naar 2,3 miljard. Deze kostenstijging is niet mals, maar zegt niets als dit niet wordt afgemeten naar het aantal gebruikers van het pgb: in dezelfde tijd is het aantal pgb-houders gegroeid van vijftigduizend naar honderddertigduizend – gemiddeld ook een stijging van 23 procent per jaar.

Ieder jaar is er een begrotingsprobleem met het pgb en de minister beweert dat de forse versobering van het pgb ‘meer zekerheid biedt voor mensen die zorg nodig hebben’. Ieder jaar worden pgb-houders inderdaad geconfronteerd met een pgb-stop of een procentuele korting van het budget. Maar de overschrijding van het regeringsbudget van pgb’s wordt veroorzaakt door een structurele onderschatting van de potentiële jaarlijkse groei van het aantal pgb’s, en niet door een toename van de zorg voor pgb-houders.

Bezuinigingstechnisch is de overheveling van 90 procent van de pgb-houders naar de ZIN een onlogische stap. De zorg die betaald wordt uit pgb’s is 33 procent goedkoper: de budgethouder doet namelijk direct zaken met de zorgverlener en bezuinigt daardoor op de hoge overheadkosten van de logge bureaucratische thuiszorginstellingen. De bezuinigingen komen dan ook niet door het afschaffen van de pgb’s, maar door het snijden en boekhoudkundige trucs in de AWBZ op vijf punten.

Door een decentralisatie van een gedeelte van de AWBZ naar de gemeenten zonder daar voldoende geld tegenover te stellen, kan minister De Jager van Financiën deze kosten van de staatsbegroting schrappen. De gemeenten worden echter het kind van de rekening, en zullen dit doorberekenen aan de zorgvrager zodat deze uiteindelijk wordt gekort op het aantal uren zorg dat kan worden geleverd.

Een ander gedeelte van de AWBZ wordt overgeheveld naar de zorgverzekeraars en daarmee geprivatiseerd. Deze zorgverzekeraars waren voorheen al wettelijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de AWBZ via de zorgkantoren. Deze worden afgeschaft en de zorgverzekeraars krijgen de zeggenschap over collectief gefinancierde zorg. Omdat zorgverzekeraars een winstoogmerk hebben, zal een aanzienlijk deel van dit collectieve geld verdwijnen in de private zakken van bestuur en aandeelhouders.

Er zijn ook groepen die simpelweg geen beroep meer mogen doen op de AWBZ. Dit betreft voornamelijk mensen in de (psychiatrische) jeugdzorg en geestelijk gehandicapten met een IQ tussen de 70 en 85. De argumenten die de minister van VWS aanhaalt zijn respectievelijk: dat de IQ-tests niet betrouwbaar zijn, en voor de psychiatrische jeugdzorg dat er in het regeer/gedoogakkoord is afgesproken om de hele jeugdzorg onder één financieringsstelsel te laten vallen. Dit terwijl in de jeugdzorg er nu al enorme wachtlijsten en personeelstekorten zijn.

Voor zorgvragers die in een verpleeghuis, verzorgingshuis of een andere woonvorm met zorg verblijven wordt momenteel de zorg – en woonfunctie volledig vergoed uit de AWBZ. Als het aan de minister ligt wordt de functie wonen gescheiden van zorg en moeten mensen huur gaan betalen. Mensen met een laag inkomen kunnen volgens de minister huurtoeslag aanvragen – dezelfde huurtoeslag die door voormalig minister Dekker al met 17,50 euro per maand is gekort en onlangs door minister Donner met nog eens 15 euro is verlaagd.

Verder vindt dit kabinet dat partners en familieleden meer ‘onbaatzuchtig’ voor elkaar moeten zorgen. Deze zogenoemde ‘gebruikelijke zorg’ zou volgens hen vanzelfsprekend moeten zijn. Maar uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat 45 procent van de mantelzorgverleners zich nu al matig tot zwaar belast voelt met deze gebruikelijke zorg, en dat dit leidt tot conflicten thuis en met hun werkgever. Ook hebben velen van hen financiële problemen doordat ze minder zijn gaan werken om voor hun partner of familielid te zorgen. Deze problemen zullen, door de stijgende inflatie en bezuinigingen op vrijwel alle collectieve en sociale voorzieningen, alleen maar toenemen.

De kortzichtigheid van het kabinet en gedoogpartner is tekenend. Niet alleen worden de meest zwakken in de samenleving geraakt, maar het kabinet snijdt ook in de eigen vingers. Veel jongeren die een PGB hebben, kunnen nu ondanks hun aandoening of ziekte nog naar vermogen maatschappelijk actief zijn. Maar zodra ze worden overgeleverd aan de grillen van de logge thuiszorgorganisaties is het nog maar de vraag of dat zo blijft.

Kunnen ze bijvoorbeeld nog duidelijke afspraken maken met hun werkgever over werktijden? De thuiszorgorganisaties kunnen per slot niet tienduizenden jongeren tegelijk om 6 uur verzorging bieden zodat ze op tijd op hun werk kunnen zijn. Ze zullen hierdoor minder aantrekkelijk zijn voor een baas, en velen van hen zullen een beroep moeten doen op de WW en later de bijstand. Niet alleen betekent dit een enorme daling in hun levensstandaard, maar ook de staat zelf zal van deze mensen minder sociale premies en loonbelasting ontvangen, en meer geld kwijt zijn aan sociale uitkeringen.