Egypte: vrouwen in de revolutie

Het discrimineren en lastig vallen van vrouwen zit diep verankerd in de heersende cultuur in Egypte. Het wordt als een grap gezien. Overal worden we uitgescholden en gekleineerd. Het gebeurde als je naar de supermarkt liep of naar school ging. Alle vrouwen, ongeacht hoe oud of wat ze dragen, hebben dit doorgemaakt. Maar sinds het begin van de revolutie, en tijdens de 18 dagen die ik op het Tahrirplein doorbracht, ben ik geen enkele keer lastiggevallen.
23 maart 2011


Foto: Vrouwen demonstreren op Tahrirplein, 5 februari 2011, Caïro (foto door Hossam El-Hamalawy)


Door Gigi Ibrahim

We sliepen met duizenden in tenten, naast vreemden. Maar het leek net alsof we vrienden en familie waren. Ik voelde me compleet veilig. We deelden voedsel en water, we respecteerden elkaar. Het voelde totaal anders dan daarvoor. En als je op het Tahrirplein om je heen keek naar de anderen, dan waren er mensen van allerlei achtergronden – armen, middenklasse, mannen, vrouwen, met en zonder hoofddoek, moslims en christenen.

Tijdens de revolutie speelden vrouwen een rol die net zo belangrijk was als die van de mannen – in feite speelden we een sleutelrol. Vrouwen waren deel van de dagelijkse organisatie op Tahrir. We demonstreerden en vochten tegen de politie, we kregen te maken met traangas en kogels. Ik kreeg een rubber kogel in mijn rug.

De dag dat de boeven van Mubarak ons aanvielen op kamelen en paarden was een verschrikkelijk moment. Maar veel vrouwen deden mee met de strijd om het Tahrirplein. Sommigen hielpen om de gewonden te behandelen in noodziekenhuizen, anderen brachten berichten heen en weer tussen de verschillende toegangen van het plein en waarschuwden demonstranten waar de aanval vandaan kwam.

Andere vrouwen hadden een directere rol in het verslaan van de boeven. Ze haalden straatstenen uit en hakten ze tot een handig formaat om te gooien naar de boeven met molotovcocktails en machinegeweren. Het was oorlog.

Dit is niet de eerste keer dat Egyptische vrouwen politiek actief zijn. Tijdens de stakingen en demonstraties die plaatsvonden in de jaren die aan de revolutie vooraf gingen speelden we een sleutelrol. Sommige stakingen werden door vrouwen geleid. Vrouwen werden gearresteerd en in elkaar geslagen door de politie, net als de mannen.

Toch zijn er scheidslijnen in de maatschappij die zo diep geworteld zijn dat ze niet makkelijk te doorbreken zijn. Zelfs in de zogenaamde ontwikkelde landen, zoals Nederland, zijn vrouwen niet gelijk.

In Egypte was de ongelijkheid nog moeilijker te bestrijden, omdat we zo lang onder een dictatuur geleefd hebben. De revolutie laat zien hoe veel er kan veranderen wanneer mensen zich samen organiseren. Maar de strijd om gelijkheid is nog lang niet voorbij.

Op internationale vrouwendag kwam er een groep mannen het plein op en riep ‘het volk eist dat de vrouwen weggestuurd worden’. Velen van ons geloven dat dit mensen van de geheime dienst waren. Sinds de start van de revolutie hebben geheim agenten elke kans gegrepen om de eenheid van de beweging te breken en ons tegen elkaar op te zetten.

Zelfs als die mannen niet van de geheime dienst waren, was deze gebeurtenis op veel manieren niet verrassend. Het herinnert ons er aan dat er nog steeds veel mensen in Egypte zijn die de gebeurtenissen op Tahrir niet hebben meegemaakt, die niet samen gevochten en georganiseerd hebben. Het is de ervaring van strijd die mensen verandert.

De aanval op de vrouwendemonstratie weerspiegelt ideeën over vrouwen die diep verankerd zijn in de staat. Zo zitten er bijvoorbeeld geen vrouwen in de interim-commissie die een nieuwe grondwet opstelt. Er zijn meer dan 18 dagen nodig om vrouwenonderdrukking in Egypte te beëindigen. Maar we gaan niet meer terug. We kunnen zelf voor onze vrijheid vechten en winnen.

De revolutie is een proces dat elke dag doorgaat, met nieuwe stakingen en demonstraties. We moeten doorgaan met de strijd, en ervoor zorgen dat vrouwen in de frontlinie blijven.

Gigi Ibrahim is revolutionair socialist in Cairo.