Moerdijk: een explosie van winst

Pas over enkele dagen, als de resultaten van de chemische analyses binnen zijn, zal duidelijk zijn aan welke gevaren de hulpverleners en inwoners van gemeenten rond het industriegebied Moerdijk precies zijn blootgesteld. Maar nu al is duidelijk dat de gebeurtenissen van 5 januari niet kunnen worden afgedaan als ‘incident’.
9 januari 2011

Door Mark Kilian

De brand, die begon bij de chemische afvalverwerker Chemie-Pack, legde ook een naastgelegen pand van een motorenfabrikant in de as. De hele middag en nacht was de brandweer bezig met het blussen van de brand. Meer dan 200 mensen van de verschillende hulpdiensten waren hierbij betrokken, wat een idee geeft van de omvang van de brand. Pas de ochtend daarna was de brand ‘beheersbaar’, maar nog niet uit.

Chemie-Pack, dat tot 825 ton chemisch afval mocht opslaan op het terrein, gebruikte ongeveer 70 procent van deze capaciteit. De opgeslagen stoffen konden kanker, genmutatie en vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken. Zelfs het residu van het blussen bleek puur vergif. Journalisten op de rampplek kregen gezondheidsklachten, en een brandweer- en cameraman die in aanraking kwamen met vervuild water, liepen brandwonden op.

Mogelijk is 500 ton chemisch vergif verbrand. De vraag is of we de metingen van de RIVM, die zoals gebruikelijk ‘geen hoge concentraties giftige stoffen aantoonden’ überhaupt nog serieus kunnen nemen. De burgemeester van Dordrecht adviseerde in elk geval om kinderen en dieren binnen te houden, en geen groenten uit eigen tuin te eten.

In een krampachtige poging om de effecten van de brand te beperken, proberen gemeenten en waterschappen het water ‘bij elkaar te houden’, en af te voeren als, opnieuw, chemisch afval. Toch kan ook niet worden uitgesloten dat giftig bluswater of roet terechtkomt in het Hollands Diep, een natuurgebied dat op 400 meter van de brand ligt.

Officiële instanties gaan nu onderzoek doen naar de precieze toedracht. Maar het is de vraag of dat veel gaat opleveren. Het lijkt waarschijnlijk dat deze ‘ramp’ zal worden afgedaan als een vervelend ‘incident’, resultaat van ‘menselijk falen’, en iets ‘dat nooit meer mag gebeuren’. Maar dat laat de echte oorzaken buiten schot.

De ramp bij Chemie-Pack is een gevolg van decennia van winstmaximalisatie en deregulering in de chemische sector. Grote chemiebedrijven besteden de afvalverwerking tegenwoordig uit aan onderaannemers. Deze gifverwerkers doen dat op legale en illegale manieren, en illegale manieren maken domweg meer winst. Dat bleek al tijdens het schandaal van de Proba Koala, een schip waarmee afval‘verwerker’ Trafigura uit Amsterdam in 2006 gif probeerde te dumpen in Ivoorkust.

Daarom staan de arbeidsvoorwaarden voor personeel onder druk. Daarom is bij 58 procent van de 340 grote chemische bedrijven de brandveiligheid onvoldoende gewaarborgd (cijfer van Ministerie VROM). En daarom zijn er 250 risicobedrijven in Nederland, volgens de Sp!ts.

Daarbij wordt de milieuwetgeving niet gehandhaafd. In het voorjaar van 2008, zo meldt het NRC van 6 januari, bleek bij inspectie dat Chemie-Pack niet voldeed aan de veiligheidseisen: “De opleiding van het nieuwe personeel voor de omgang met chemische stoffen was ondeugdelijk, de gevaren en risico’s waren niet naar behoren geïdentificeerd, de directie had “geen concrete doelstellingen en indicatoren” op het vlak van veiligheid vastgesteld en er was gebrek aan good housekeeping: de installaties werden onvoldoende schoon gehouden. Dat stond in het Jaarverslag Handhaving 2008 van de gemeente Moerdijk.”

Ook in 2006 had Chemie-Pack een dwangsom opgelegd gekregen omdat de brandveiligheid niet deugde. Het is daarom op zijn minst opmerkelijk dat bij hercontrole in 2009 geen problemen meer bleken, en B&W van Moerdijk afgelopen oktober zonder problemen een nieuwe vergunning afgaf. In ieder geval lijkt de bewering van de leiding van Chemie-Pack dat “er wordt gewerkt onder streng toezicht van diverse instanties” op zijn best gesproken dubieus.

Wat er nu moet gebeuren, is om te beginnen dat de verantwoordelijken moeten worden gestraft. Het schandaal van de Proba Koala, waarbij tien doden vielen in Ivoorkust, leidde tot de val van de Ivoriaanse regering, maar hier in Nederland rolde geen kop. De directie van Chemie-Pack moet verantwoordelijk worden gehouden voor de ramp. En bij hun wanbeleid worden ze gesteund door bureaucraten en instanties die de ‘economische bijdrage’ van Chemie-Pack (lees: de winst) belangrijker vinden dan het welzijn van mens en natuur rond de Moerdijk. Ook zij hebben boter op hun hoofd.

Maar wat dit schandaal echt laat zien, is dat winstzucht en neoliberalisme niet werken. Economie, maatschappij en milieu overlaten aan een handjevol geldwolven, zonder enige democratische controle door de meerderheid: dat is spelen met je leven.