Rechts levert ontwikkelingshulp uit aan winstzucht van BV Nederland

Het kabinet heeft een nieuwe bezuiniging aangekondigd waarbij de PVV en de werkgevers hun vingers zullen aflikken. Staatssecretaris Ben Knapen (CDA) van Buitenlandse Zaken kondigde eind november niet alleen ‘drastische bezuinigingen’ aan, maar beloofde ook dat ontwikkelingshulp in dienst van Nederlandse bedrijven zal komen te staan. Deze bezuinigingen komen een maand nadat de Wereldvoedselorganisatie aankondigde dat 925 miljoen mensen in de wereld honger lijden.
2 december 2010


Foto: Rutte en Knapen schudden elkaar lachend de hand terwijl ze het mes zetten in ontwikkelingssamenwerking

Meer dan de helft van de wereldbevolking, dus meer dan 3 miljard mensen, leeft in armoede en moet rondkomen van minder dan 2,5 dollar per dag. Toch heeft het kabinet besloten om de uitgaven aan ontwikkelingshulp de komende twee jaar van 5 tot 4 miljard terug te brengen. Er wordt vooral gesneden in de uitgaven voor onderwijs en zorg. Het restant zal gaan naar projecten waaraan Nederlandse bedrijven kunnen verdienen. ‘Een zichtbaar breder belang voor Nederland is wezenlijk voor het draagvlak in de samenleving. Want dat is de afgelopen jaren sterk afgekalfd’, drukte Knapen zich diplomatiek uit.

‘Economische vooruitgang’

Maar met ‘belang’ bedoelt hij vooral de winstzucht van de BV Nederland. Hij geeft gehoor aan de eerdere oproep van Bernard Wientjes, de voorzitter van de werkgeversorganisatie VNO-NCW: ‘Het Nederlandse bedrijfsleven kan een grotere bijdrage leveren aan de economische vooruitgang in ontwikkelingslanden. Voorwaarde is wel dat het beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking beter aansluit bij de kennis en kunde waarover Nederlandse bedrijven beschikken.’ Dit is een nette manier om te zeggen dat voor elke euro die naar arme landen gaat, een veelvoud moet terugstromen naar het bedrijfsleven.

De praktijk waarbij Nederlandse bedrijven aan ontwikkelingshulp verdienen is niet nieuw, bekende zelfs Knapen. Nieuw is echter het feit dat het principe van internationale solidariteit zo schaamteloos opzij wordt geschoven. Dat Knapen opkomt voor de grote graaiers is geen wonder, gezien zijn eigen geschiedenis. Zijn liefde voor het grote geld bleek al toen hij zijn journalistieke loopbaan in 1996 opgaf om directeur ‘communicatie en marketing’ te worden bij Philips. Van 1999 tot 2006 was hij lid van de Raad van Bestuur van PCM Uitgevers, dat in die periode in de schijnwerpers stond door wanbestuur en ontslagen. Knapen regelde voor zichzelf een riante vertrekpremie van anderhalf miljoen euro.

Kapitalistische globalisering

De bezuinigingen op ontwikkelingshulp zijn echter niet het gevolg van de persoonlijke grillen van Knapen. Zij passen in de neoliberale politiek van het kabinet die de vrije markt centraal stelt. Symbolisch is het feit dat het kabinet de Nederlandse bijdrage aan de Wereldbank van 50 naar 300 miljoen verhoogt, terwijl het elders hard bezuinigt. De Wereldbank is naast het IMF het belangrijkste internationale instituut dat door westerse landen gebruikt wordt om ontwikkelingslanden te onderwerpen aan kapitalistische globalisering. Als voorwaarde voor financiële steun moeten arme landen bezuinigen op hun onderwijs en gezondheidszorg, privatiseren en hun markten openstellen voor westers kapitaal.

De rijke elite in deze landen werkt graag mee om er zelf beter van te worden. Het gevolg is dat arme landen overspoeld worden met producten van westerse bedrijven waarmee hun eigen bedrijven niet kunnen concurreren en waarbij de lonen laag worden gehouden, in bijvoorbeeld sweatshops en ‘economische vrije zones’ waarin arbeidersrechten niet gelden. De grote onvrede die deze politiek veroorzaakt komt tot uiting in toenemende protesten en stakingen van arbeiders en boeren in de ontwikkelingslanden. Behalve het verdedigen van ontwikkelingshulp is er in westerse landen solidariteit nodig met die strijd om armoede de wereld uit te helpen.